donderdag 11 juli 2013

Chris

Ook al voelde ik dat ze niets kwaad bedoelde, toch bleef ik mijn pijl gericht houden op het oudste meisje. Ik bekeek de twee eens goed. Hun gezichten leken op elkaar. Zouden het zusjes zijn? En wat betekende die vraag? Zou de oudste de jongere hebben verteld dat ze verstoppertje speelde zodat ze veilig zou zijn? Dat was slimmer dan ik had verwacht. Ik besloot mee te spelen. "Nee, jullie zijn niet af. Ik heb de Seekers afgeleid zodat ze jullie niet zouden vinden." Het kleine meisje keek me blij en dankbaar aan. Toen ging ik weer terug naar de echte zaken. "Laat je geweer zakken, of deze pijl boort zich precies tussen je ogen voordat je 'help' kunt roepen." zei ik kil. Ik zag een vlaag van angst door de ogen van het oudste meisje schieten. Ze keek naar haar zusje, naar mijn boog en liet toen langzaam haar geweer zakken. "Dat is beter. Wat hebben jullie hier te zoeken? Ga terug naar je ouders, het is hier niet veilig." Ik liet mijn boog zakken en begon mijn pijlen uit de hoofden van de Walkers te trekken. Ik veegde ze af aan een theedoek die op het aanrecht lag. "Zijn jullie hier alleen?"  vroeg ik toen er niet gereageerd werd. Het grootste meisje knikte. Ik was even stil. Ondertussen zocht ik alle kastjes af op eten en propte zoveel mogelijk in mijn tas. "We gaan pannenkoeken eten" zei het kleine meisje ineens vrolijk. Ik hurkte voor haar neer, ik mocht dit kind wel. "Ik weet een betere plek om pannenkoeken te eten, waar de Seekers je niet kunnen vinden, maar dan moet je me eerst vertellen hoe jij en je grote zus heten." Ze keek vragend naar haar grote zus die met een wantrouwende blik toch een knikje gaf. "Ik ben Julie en dit is Fio" Julie kreeg een lichte blos op haar wangetjes toen ze het zei. "Ik ben Chris" zei ik en ik stond weer op. "Waar is die plaats waar je het over hebt? Hoe weet ik dat je ons niet gaat vermoorden als we er eenmaal zijn?" vroeg Fio. "Als ik jullie iets aan had willen doen had ik het allang gedaan" antwoordde ik simpel. Ik rolde een la open en pakte er een groot slagersmes uit. Ook deze verdween in mijn tas. Ik keek weer naar Fio, zo te zien dacht ze na over wat ik had gezegd. "Is het ver?" vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd en maakte mijn nu volle tas dicht. "We staan hier verderop, in de buurt van een meertje. Er zijn gezinnen, kinderen, genoeg eten." Finn zou niet blij zijn als ik nieuwe mensen meenam, maar ik kon het kleine meisje toch niet zomaar achterlaten. Ik gaf niet zoveel om die oudere, maar Julie zag er zo vrolijk en levendig uit, dat ik me voor de rest van mijn leven schuldig zou voelen als ik haar hier achter liet. "Die auto op de parkeerplaats is vast van jullie?" Ik haalde de sleutels ervan uit mijn broekzak. Uit voorzorg hard ik de auto stopgezet. Fio's mond viel open. Rijdt maar achter me aan, ik wijs de weg." Ik gooide de sleutels in haar handen en liep op mijn hoede het restaurant uit. Eenmaal buiten leek het alsof de vier Walkers van binnen, de enige waren geweest. Toen ik achterom keek zag ik dat Fio en Julie me gevolgd waren, mooi. Ik liep naar de blauwe Mercedes die ik achter de Landrover had geparkeerd.

Na een tijdje kwamen we aan in het kamp waar ik nu zelf al zo'n twee weken verbleef. Ik parkeerde mijn auto ergens in de berm en Fio volgde mijn voorbeeld. Zonder op ze te wachten liep ik het kamp in. Ik negeerde iedere begroeting en ging op een boomstronk zitten. Fio en Julie werden meteen tegengehouden door enkele leden van de groep, waaronder Finn. "Hoe komen jullie hier? Is er iemand gebeten?" Er werden wel tien vragen tegelijk gesteld. Sky, een alleenstaande vrouw van eind 30, wees ineens naar mij. "Je gaat me toch niet vertellen dat die gevoelloze bromzak daar twee meisjes gered heeft." Ik keek haar boos aan. Sky en ik mochten elkaar niet. We hadden al vanaf dag 1 ruzie. Ik stond weer op en liep weg van de menigte. Ik had geen zin om me druk te gaan maken om niks. De groep bepaalde toch wat er met de meisjes zou gebeuren en ik wist dat ze gingen besluiten ze in de groep op te nemen. Ik liep van het kamp af het bos in en keek onze alarmsystemen na. Daarna liep ik naar het meertje en ging ik aan de waterkant liggen. Even een momentje voor mezelf, dat had ik wel verdient.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten