woensdag 16 juli 2014

Lucy

Geïrriteerd kauwde ik op een van de laatste stukjes kauwgom die we nog in ons bezit houden. Nieuwe mensen. Ik wist niet zeker wat ik er van moest denken. Onze kamper was niet bepaald ruim. En ze hadden een zieke en een gewonde. Voor mijn gevoel had Luke ons zojuist in de problemen gebracht. Ik wierp hem een boze blik toe, maar hij haalde enkel zijn schouders op en stapte uit de kamper. Mijn vader ijsbeerde onrustig heen en weer voor de kamper. "Als ze niet opschieten rijd ik verder, ik blijf hier niet in het open staan tot dat die Lame Brains ons weer vinden." Hij stopte met ijsberen toen er geritsel uit de bosjes klonk. Op onze hoede keken we naar de bosjes. Ik stapte langzaam naar voor, mijn honkbalknuppel voor me uit stekend. Ineens sprong er een wit konijntje uit de bossen. Het keek me angstig aan met zijn grote bruine ogen en hopte toen snel weg. Ik liet mijn knuppel zakken. "Daar zul je ze hebben" Luke liep naar de bosrand waar nu vier personen stonden. Links stond een bleke jongen. Hij hijgde hard en leunde op een grote stok. Hij zag eruit alsof hij ieder moment flauw kon vallen en had grote wallen onder zijn ogen. Naast de jongen stond een meisjes, ik schatte haar ongeveer mijn leeftijd. Haar bruine krullen zaten in een slordige staart en ze ondersteunde een oude vrouw die er doodziek uitzag. Aan de andere kant van de vrouw stond het meisje dat we eerder hadden gezien. "Wat is er gebeurd?" vroeg Luke die naar de enkel van de jongen wees. "George schoot zichzelf per ongeluk in zijn enkel vanochtend," zei het meisje met de staart. "het gaat niet zo goed met hem." Mijn broer knikte begrijpend. "En zij?" Luke wees nu naar de oude vrouw. "We weten het niet honderd procent zeker, maar we denken dat ze longontsteking heeft" zei het oudere meisje. "Ik maak wat extra ruimte in de kamper, één momentje!" Luke dook de kamper weer in en ik greep de kans om hem aan te spreken. Nogal ruw pakte ik hem bij zijn linkerschouder vast. "Ben je gek geworden? Wat hadden we afgesproken? Wij drie, herinner je het nog? Alleen wij drie!" Ik liet hem los en sloeg boos mijn armen over elkaar. Luke had een angstige blik in zijn ogen. Hij slikte en leek even over iets na te denken. "Ik ben het met jou en pap eens dat we niet een al te grote groep moeten vormen, maar een paar extra mensen kan geen kwaad. Sterker nog, ik denk zelfs dat het noodzakelijk is. We kunnen taken verdelen, samen hulp zoeken!" Luke ging wat rechter staan. "Daarnaast gaat het tegen mijn principe's in om hulpeloze mensen aan de kant te laten staan. Ik kan er niets aan doen dat jullie harteloze, egoïstische mensen zijn!" De angst in Luke's ogen was verdwenen. Hij keek me fel aan. Dit was de eerste keer dat Luke mij of mijn vader had tegengesproken. Ik stond er even van versteld maar toen pakte ik mezelf weer op. "Als we dankzij hen in de problemen komen is het jouw schuld. Ik hoef maar één misstap van die vier te zien en ik schop ze persoonlijk de kamper uit!" Boos draaide ik me om en liep ik de kamper weer uit.

zaterdag 3 mei 2014

Finn

"Fuck." Ik ging met mijn hand door mijn haren terwijl ik de situatie in me opnam. De twee meisjes stonden ongemakkelijk hand in hand te wachten totdat er een beslissing over hen gemaakt zou worden. En ik wist heel goed wie die beslissing uiteindelijk zou moeten maken. De hele groep had zich inmiddels om ons heen verzameld, iedereen behalve Chris, die dit probleem zelf veroorzaakt had. We waren inmiddels met 16 mensen, en eigenlijk was dat al een te grote groep. Zo'n grote groep viel op, maakte lawaai, en verbruikte vooral erg veel voedsel. Ik keek naar het kleine meisje. Hoe oud zou ze zijn? Vier? Ik was niet goed in het inschatten van leeftijden, maar het was duidelijk dat ze het niet lang zou volhouden, alleen met haar grote zus. De groep mensen keek verwachtingsvol naar me. Ik zuchtte. "Sky, neem het meisje mee en geef haar iets te eten." zei ik tenslotte. Sky knikte vastberaden en pakte het nog vrije handje van het meisje vast. "Kom lieverd, we gaan iets lekkers voor je maken." Het meisje keek twijfelend naar haar zus, die leek te aarzelen maar uiteindelijk toch knikte. "Hebben jullie pannenkoeken?" hoorde ik het kind vragen, terwijl ze samen met Sky wegliep van de groep. Ik richtte mijn aandacht op het oudere meisje. "Hoe heet je?" vroeg ik haar. "Ik ben Fio... Fiona. Mijn zusje heet Julie." Zei ze. Haar stem trilde een beetje. Ze voelde zich duidelijk ongemakkelijk, omringd door de grote groep. "Wat moet je van ons?" zei Keath met zijn bromstem. Zijn vrouw Sylvia stond naast hem. Fiona beet op haar lip. Ze was waarschijnlijk opzoek naar het juiste antwoord op die vraag. "Veiligheid. Voor mij en mijn zusje." zei ze uiteindelijk. "Ha. Veiligheid. Dat willen we allemaal wel. Heb je wel door dat je onze veiligheid verminderd als je hier blijft? We hebben al weinig eten, en dat moeten we dan met nog twee mensen delen." zei Lydia. Ze had een punt natuurlijk. "We hebben de komende tijd nog genoeg voedsel. Chris heeft net erg veel spullen meegenomen van zijn strooptocht. We kunnen zeker nog twee weken vooruit, ook als we twee nieuwe mensen hebben in onze groep. Voedsel zal dus niet het probleem vormen." Penny had zich net bij de groep gevoegd. Ze glimlachte even naar het meisje in het midden van de kring. Waarschijnlijk had ze net alle spullen opgeborgen die Chris mee had genomen. Lydia kneep haar ogen tot spleetjes. Ze was duidelijk niet overtuigd. "We gaan wel meer opvallen als onze groep groeit. We moeten de instroom toch een keer stopzetten." zei ze. Fiona leek door te hebben dat het niet de goede kant op ging en ze zag in dat deze groep eigenlijk haar enige redding zou zijn. "Ik heb ook dingen te bieden. Ik kan omgaan met een geweer. Ik weet hoe ik moet jagen en ik ben snel. Ik ben al een week op weg met alleen mijn zusje en we hebben het overleefd. Ik kan jullie helpen." Ze keek recht in mijn ogen en haar blik stond vastberaden en fel. Met een schok besefte ik me dat die blik me herinnerde aan Ava. Ik slikte even en knikte toen. Ze zag er niet uit als een bedreiging en ik kon haar niet met een vierjarig kind de wildernis weer in sturen. "Je mag blijven. Penny, overleg met haar wat ze kan doen in het kamp." Toen draaide ik me om en liep naar mijn camper.

donderdag 11 juli 2013

Chris

Ook al voelde ik dat ze niets kwaad bedoelde, toch bleef ik mijn pijl gericht houden op het oudste meisje. Ik bekeek de twee eens goed. Hun gezichten leken op elkaar. Zouden het zusjes zijn? En wat betekende die vraag? Zou de oudste de jongere hebben verteld dat ze verstoppertje speelde zodat ze veilig zou zijn? Dat was slimmer dan ik had verwacht. Ik besloot mee te spelen. "Nee, jullie zijn niet af. Ik heb de Seekers afgeleid zodat ze jullie niet zouden vinden." Het kleine meisje keek me blij en dankbaar aan. Toen ging ik weer terug naar de echte zaken. "Laat je geweer zakken, of deze pijl boort zich precies tussen je ogen voordat je 'help' kunt roepen." zei ik kil. Ik zag een vlaag van angst door de ogen van het oudste meisje schieten. Ze keek naar haar zusje, naar mijn boog en liet toen langzaam haar geweer zakken. "Dat is beter. Wat hebben jullie hier te zoeken? Ga terug naar je ouders, het is hier niet veilig." Ik liet mijn boog zakken en begon mijn pijlen uit de hoofden van de Walkers te trekken. Ik veegde ze af aan een theedoek die op het aanrecht lag. "Zijn jullie hier alleen?"  vroeg ik toen er niet gereageerd werd. Het grootste meisje knikte. Ik was even stil. Ondertussen zocht ik alle kastjes af op eten en propte zoveel mogelijk in mijn tas. "We gaan pannenkoeken eten" zei het kleine meisje ineens vrolijk. Ik hurkte voor haar neer, ik mocht dit kind wel. "Ik weet een betere plek om pannenkoeken te eten, waar de Seekers je niet kunnen vinden, maar dan moet je me eerst vertellen hoe jij en je grote zus heten." Ze keek vragend naar haar grote zus die met een wantrouwende blik toch een knikje gaf. "Ik ben Julie en dit is Fio" Julie kreeg een lichte blos op haar wangetjes toen ze het zei. "Ik ben Chris" zei ik en ik stond weer op. "Waar is die plaats waar je het over hebt? Hoe weet ik dat je ons niet gaat vermoorden als we er eenmaal zijn?" vroeg Fio. "Als ik jullie iets aan had willen doen had ik het allang gedaan" antwoordde ik simpel. Ik rolde een la open en pakte er een groot slagersmes uit. Ook deze verdween in mijn tas. Ik keek weer naar Fio, zo te zien dacht ze na over wat ik had gezegd. "Is het ver?" vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd en maakte mijn nu volle tas dicht. "We staan hier verderop, in de buurt van een meertje. Er zijn gezinnen, kinderen, genoeg eten." Finn zou niet blij zijn als ik nieuwe mensen meenam, maar ik kon het kleine meisje toch niet zomaar achterlaten. Ik gaf niet zoveel om die oudere, maar Julie zag er zo vrolijk en levendig uit, dat ik me voor de rest van mijn leven schuldig zou voelen als ik haar hier achter liet. "Die auto op de parkeerplaats is vast van jullie?" Ik haalde de sleutels ervan uit mijn broekzak. Uit voorzorg hard ik de auto stopgezet. Fio's mond viel open. Rijdt maar achter me aan, ik wijs de weg." Ik gooide de sleutels in haar handen en liep op mijn hoede het restaurant uit. Eenmaal buiten leek het alsof de vier Walkers van binnen, de enige waren geweest. Toen ik achterom keek zag ik dat Fio en Julie me gevolgd waren, mooi. Ik liep naar de blauwe Mercedes die ik achter de Landrover had geparkeerd.

Na een tijdje kwamen we aan in het kamp waar ik nu zelf al zo'n twee weken verbleef. Ik parkeerde mijn auto ergens in de berm en Fio volgde mijn voorbeeld. Zonder op ze te wachten liep ik het kamp in. Ik negeerde iedere begroeting en ging op een boomstronk zitten. Fio en Julie werden meteen tegengehouden door enkele leden van de groep, waaronder Finn. "Hoe komen jullie hier? Is er iemand gebeten?" Er werden wel tien vragen tegelijk gesteld. Sky, een alleenstaande vrouw van eind 30, wees ineens naar mij. "Je gaat me toch niet vertellen dat die gevoelloze bromzak daar twee meisjes gered heeft." Ik keek haar boos aan. Sky en ik mochten elkaar niet. We hadden al vanaf dag 1 ruzie. Ik stond weer op en liep weg van de menigte. Ik had geen zin om me druk te gaan maken om niks. De groep bepaalde toch wat er met de meisjes zou gebeuren en ik wist dat ze gingen besluiten ze in de groep op te nemen. Ik liep van het kamp af het bos in en keek onze alarmsystemen na. Daarna liep ik naar het meertje en ging ik aan de waterkant liggen. Even een momentje voor mezelf, dat had ik wel verdient.

Fiona

Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar Julie die met haar voeten op haar stoel, haar handen geklemd om de autogordel, zachtjes meeneuriede met de CD van Elvis Presley die ik toevallig in het dashboard kastje had gevonden. Papa luisterde vroeger altijd naar Elvis Presley. Ik kneep hard in het stuur en knipperde de tranen uit mijn ogen. Niet waar Julie bij was. Ik mocht niet huilen waar ze bij was. "Fio? Ik heb honger." zei ze voor de vierde keer dit kwartier. Ze liet haar benen zaken en haar voetjes bungelden over de rand van de stoel. Deze keer ging haar voorzichtige geklaag gepaard met het knorren van haar maag. Zelf kon ik ook goed een boterham gebruiken op dit moment. Ik forceerde een glimlach op mijn gezicht en probeerde opgewekt Julie's kant op te kijken. "Zodra we een plek tegen komen waar we iets kunnen eten, stoppen we. Goed?" "Maar ik heb nú honger." klaagde Julie zachtjes. "Ik weet het, krullenbol. Zo snel mogelijk, goed? Misschien kunnen we zelfs ergens pannekoeken eten." zei ik, terwijl ik zachtjes door haar haar aaide. Ik zuchtte van verlichting toen ik een bord langs de weg zag staan met Phil's Diner, 2.5 miles. "Nog een paar minuutjes, kleintje. Dan gaan we eten." zei ik. Julie leek erg blij te zijn met dat nieuws. "Pannekoeken, pannekoeken, pannekoeken!" riep ze opgewekt. Ik kon het niet helpen, maar er gleed toch een glimlach over mijn gezicht. Op momenten als deze was ik blij dat ik gelogen had. Dat ik niet gezegd had wat er écht met mam en pap was gebeurd. Dat ze nogsteeds gewoon kind kon zijn, en niet hoefde na te denken over het gekkenhuis wat zich momenteel in de wereld afspeelde. Een paar minuten later, reed ik de parkeerplaats op van het kleine wegrestaurant. "Blijf nog even zitten, oké?" zei ik toen ik de auto op de handrem had gezet. "Ik kom je zo halen." Julie knikte. "Mag de radio aanblijven?" zei ze, met haar hoofd een beetje schuin. "Natuurlijk." zei ik, terwijl ik naar achteren greep en het jachtgeweer van de achterbank pakte.  Ik had nooit gedacht dat ik nog eens zo blij zou zijn met de jacht uitstapjes met papa ieder jaar. Ik wist nu tenminste hoe het geweer werkte en ik kon redelijk richten. "Ik kom zo terug." zei ik zachtjes, terwijl ik een vlugge kus op Julie's hoofd drukte. Ik haalde een keer diep adem en stapte uit de Landrover, die vroeger van Paul was geweest. Paul en Ginny... Ik slikte om het de beelden uit mijn hoofd weg te krijgen. Niet te geloven dat dit een feestelijk familiebezoek had moeten zijn om hun 25 jarig huwelijk te vieren. In plaats van feest, brak de hel juist los. Ik keek om me heen. Ik zag ze niet en dat was een goed teken. Ik liep dichter naar het restaurantje toe en keek door de ramen. Het was aardig rommelig. Tafels waren omgegooid en geen stoel stond meer overeind, maar er was geen spoor van mensen meer. Levend of dood. Ik haalde opgelucht adem en liep terug naar de auto. Ik deed Julie's portier open en ze sprong opgewekt uit de auto. Ik zette de radio uit, maar liet de sleutel van de auto in het contact zitten. Je wist het maar nooit. Met het geweer over mijn schouder en Julie's kleine handje in de mijne, liepen ik samen met haar naar de deur van het restaurant. Ik duwde zachtjes tegen de deur, die krakend open ging. Nog steeds niemand in zicht. Goed. "Gaan we echt pannekoeken eten?" zei Julie enthousiast. "Misschien wel." zei ik, nog steeds op mijn hoede en met mijn hand in de buurt van het geweer. Ik keek snel door het gebouw heen. Er was een bar aan de rechterkant en daarachter was de keuken, zo te zien. "Kom, Jules. Op naar de pannekoeken." zei ik, terwijl ik haar naar de keuken loodste. De keuken zag er ongeveer net zo aangetast uit als de rest van het restaurant. Ik zette Julie op een aanrecht, terwijl ik zelf gauw in de enorme koelcel in de hoek van de keuken keek. Ik zuchtte opgelucht. Genoeg voedsel voor een paar dagen. Ik pakte zoveel mogelijk spullen uit de enorme koeling en zette het op het aanrecht waar Julie ook opzet. "Is dat genoeg voor pannekoeken?" zei ze nieuwsgierig, kijkend naar het voedsel. "Dat is wel genoeg voor twintig pannekoeken." zei ik opgewekt. Eindelijk gebeurde er weer eens iets volgens plan. Toen werd al mijn geluk weer in een klap weggeveegd, zoals dat de afgelopen dagen al vaker was gebeurd. Het kraken van de voordeur van het restaurant klonk zelfs door in de keuken en hun rochelende, kreunende ademhaling was helemaal hier te horen. We waren niet stil genoeg geweest. Ik pakte Julie gauw van het aanrecht en zette haar op de grond. Ik duwde haar voorzichtig achter het keukenblok en gebaarde dat ze op de grond moest gaan zitten. "Seekers?" zei ze zachtjes, bijna geluidloos. Ik knikte en ik legde mijn vinger op mijn lippen om haar duidelijk te maken dat ze niks meer moest zeggen. Julie was ze al gauw Seekers gaan noemen, toen ik haar wijsgemaakt had dat de monsters die nu overal buiten rondliepen eigenlijk deel waren van een groot spel verstoppertje. Hoe afschuwelijk slecht de leugen ook had geklonken, het werkte wel. Julie geloofde het en bleef telkens doodstil zitten als er een Seeker in de buurt was, doodsbang om af te gaan. Ik leunde beschermend over Julie heen, haar afschermend tegen de rest van de wereld terwijl ze met haar rug tegen het keukenblok aan zat. De deur van de keuken ging open en een paar sloffende voetstappen kwamen binnen. Ik kon zo niet zeggen hoeveel het er waren, maar aan de voetstappen te horen waren het er minstens drie. Ik hield mijn adem in en Julie keek me vol spanning aan. Ik had het geweer al van mijn rug gehaald en het wapen trilde in mijn handen. Drie. Drie kon ik schieten. Dat konden we halen. Dat moesten we halen. Maar wat als het er meer waren dan drie? Wat als de schoten alleen maar andere monsters naar deze keuken zouden leiden? Vergeefs zocht ik naar een andere uitgang, naast die die naar de bar leidde. Niks. Alleen die ene, kleine deur. De voetstappen kwamen steeds dichterbij. Het gekreun werd steeds luider. Het zou niet lang meer duren voordat ze ons zouden vinden. En dan zou het echt allemaal voorbij zijn. Ik moest iets doen, en wel nu meteen. Ik haalde diep adem en wou net met het geweer overeind komen, toen ik een fluitend geluid hoorde. Kort daarna viel iets zwaars op de grond. Dit gebeurde nog drie keer en toen was het doodstil. Een paar voetstappen verplaatste zich de keuken in, maar deze voetstappen waren niet sloffend en er was ook geen naar gekreun. Ik slikte en gebaarde naar Julie dat ze moest blijven zitten. Ik stond op, terwijl ik het geweer laadde en in een vloeiende beweging richtte ik het wapen op de persoon die net binnengekomen was. Het was een jongen van rond de twintig met donkerblond haar en hij had zijn pijl en boog op mijn hoofd gericht. Mijn ogen flitsten gauw door de ruimte en ik zag vier Seekers op de grond liggen, met pijlen tussen hun ogen. Ik wist niet zo goed wat ik moest doen en bleef dus maar met het geweer gericht op de jongen staan. Het duurde even voordat ik door had dat Julie ook was opgestaan en met haar grote, blauwe ogen naar de jongen keek. Daarna keek ze teleurgesteld en met een pruillipje naar mij. "Zijn we nu af?" zei ze verdrietig.

Claire

19 Dagen in de Apocalyps

"Het gaat zo echt niet meer!" Ik herkende de toon in de stem van mijn zusje. Bezorgdheid, met een vleugje woede. Ik draaide me om. Mijn zusje stond met haar handen in haar zij en keek me fel aan. "Bea heeft rust nodig en ik denk dat George het ook bijna begeeft." Ongeveer een half uur geleden, voor zover mijn gevoel voor tijd nog werkte, waren we aangevallen door twee Freaks. Het enige waar ik me mee bezig had gehouden was iedereen daar weg te krijgen, weg van onze schuilplaats in een leegstaande schuur. Weg van het gevaar. Ik had er geen seconde bij stilgestaan dat Bea doodziek was en George amper kon lopen vanwege zijn been. Ik voelde tranen opwellen in mijn ogen. Wat was ik voor iemand. Noemde dit zich een verpleegster. De afgelopen dagen had er zoveel stress op me gestaan dat ik het even allemaal niet meer kon hebben. Ik liet mijn tranen lopen. "Aan gehuil hebben we nu niets, Bea heeft haar medicijnen nodig." Hannah opende haar rugzak en begon er in te graaien. "Je gaat me wel moeten helpen, want ik heb hier dus geen verstand van" zei ze terwijl ze twee verschillende potjes met pillen omhoog hield. Ik wreef de tranen van mijn wangen en liep naar Hannah toe. De potjes die ze had gepakt waren beide niet goed. "Ik denk dat we er met wat ibuprofen wel komen voor nu" mompelde ik terwijl ik in de tas rommelde. "We hebben niet veel meer hè?" vroeg Hannah met een lichte zucht. Ik schudde mijn hoofd zachtjes. Hannah pakte een plastic beker en vulde deze met water. Ik gooide het poeder in de beker en we gaven deze aan Bea. Bea nam de pijnstiller in en ik legde mijn hand op haar voorhoofd. Ze had koorts, ik stond er van versteld dat ze ons zo lang had bijgehouden. Vervolgens liep ik naar mijn broer. Hij zat met zijn ogen dichtgeknepen van de pijn tegen een boom aan. Ik keek naar het verband om zijn enkel. Hij had zichzelf vanochtend in zijn enkel geschoten, per ongeluk. Ik had niet het gereedschap om (en genoeg pijnstillers) om de kogel er uit te halen. Ik hoopte heel hard dat we zo snel mogelijk een ziekenhuis vonden, of iemand die de middelen had om de operatie uit te voeren, anders zou George het niet lang meer vol houden. Zijn verband was doordrenkt. Snel verwisselde ik het. "Hoe voel je je?" vroeg ik toen het klaar was. "Klote" was zijn antwoord. Ik beet op mijn lip. "We vinden vast wel iets!" Probeerde ik vol hoop te zeggen. Het tegendeel was waar. Ik had niet veel hoop meer. De lijkbleke kleur van mijn broer zoog langzaam aan de laatste restjes hoop weg. Ik besloot George met rust te laten en ging weer terug naar Hannah. "Wat doen we nu?" vroeg ze op fluistertoon. Ik haalde mijn schouders op. We waren alles kwijt. We hadden nu zeker een week in dat schuurtje geleefd. Het was niet groot, maar er stond een bank in, er lagen dekens en we hadden onze voedselvoorraad opgeslagen in de kast. Ik had tijdens de aanval niet meer kunnen redden dan een handvol medicijnen, (van het beetje dat nog over was) een paar blikken soep en een pak crackers. Ik vreesde voor morgen. "Ik weet het niet Hannah. We moeten verder denk ik, zoeken naar mensen, misschien zelfs een ziekenhuis... George houdt het zo niet langer vol en Bea's koorts wordt ook steeds erger." Hannah's hazelbruine ogen waren waterig. Ik wist dat zij zich ook hopeloos voelde. Ik gaf haar een knuffel. Ze had zich al die tijd groot gehouden. Zo was mijn zusje. Ik daar in tegen liet mijn tranen de vrije loop. "We vinden vast iets" Hannah deed haar best om niet bang te klinken. Ik reageerde er niet op. "We blijven hier maximaal 10 minuten oké, dan gaan we verder. Zoek een stok voor George zodat hij ergens op kan leunen, ik zorg voor Bea." Hannah knikte, wurmde zich uit mijn knuffel en verdween de bosjes in, opzoek naar een goede stok. Ik wreef door mijn haar. Dit was gekkenwerk.

"Hoor je dat?" Fluisterde ik naar Hannah. Ze hield haar hoofd scheef. "Een remmende auto?" Ze keek me vragend aan. Ik knikte. "Ik denk dat we in de buurt van een autoweg zijn. Blijf hier, ik ga kijken." Hannah knikte en liep naar George en Bea. Voorzichtig sloop ik door de busjes. Dichter naar de plek waar ik het geluid had gehoord. Ik gluurde door de bosjes. "Gadverdamme, wat was dat?!" Hoorde ik een mannenstem zeggen. Ik zag een grote witte camper. De deur stond open. In de deuropening stond een jongen met blond haar. Bij de motorkap stond een grote, brede man en een klein blond meisje. Ze trokken aan iets dat onder het rechter voorwiel lag. Mijn gezicht vertrok toen ik zag dat het een Freak was. Ze dumpte hem in de berm en liepen terug naar de camper. Dit was mijn kans. Ik liep de bosjes uit. "Wacht!" Binnen een seconde had ik twee geweren op mijn hoofd gericht. Ik stak geschrokken mijn handen in de lucht. "Ik heb een zieke en een gewonde, we hebben hulp nodig, alsjeblieft!" De man spuwde op de grond. Hij keek het blonde meisje aan en er volgde een kort non verbaal gesprek waar ik niets van begreep tot de jongen in de deuropening hen onderbrak. "Haal ze hierheen, misschien kunnen we helpen." Ik knikte en keek hem dankbaar aan. Ik negeerde de man en het meisje en snelde me terug naar mijn groep. "Ik heb hulp gevonden!" ik schreeuwde het bijna omdat ik zo opgelucht was. Ik zag drie hoofden oplichten. "Kom gauw! Ze staan op de weg en ze hebben een camper!"

Introductie: Lucy King, Ken Suzuki, Claire Green en Chris Phillips

Naam: Lucy King
Leeftijd: 18
Uiterlijk: Ze heeft blond steil haar dat tot net over haar schouders valt. Haar ogen zijn lichtbruin en ze heeft lichte sproeten over haar wangen en neus. Ze heeft een beetje een wipneusje. Lucy is vrij klein voor haar leeftijd. Ze heeft een goed afgetraind lichaam en is in goede conditie. Ze draagt graag skinny jeans met sneakers en simpele hemdjes.
Leven: Lucy heeft 4 oudere broers. Ze heeft een tweelingbroer Luke, een broer van 19 genaamd Adam, een broer van 20 die Stephen heet en dan is er nog Eric van 25. Haar vader, Carlos, is een militair. Ze is altijd hard aangepakt en als een jongen behandelt. Hierdoor is ze niet snel bang en staat ze haar mannetje. Haar moeder Lilian grapt altijd dat Lucy zich niet vrouwelijk genoeg gedraagt. Voor de apocalyps leefde de 7 samen in een klein dorpje, afgelegen van Atlanta. Lucy's vader was net een week terug van een jaar vechten in het buitenland. Tijdens de uitbraak van de apocalyps is Lucy haar moeder en drie oudste broers verloren. Samen met Luke en haar vader wist ze zelf te ontkomen. 

Naam: Kenneth ‘Ken’ Suzuki
Leeftijd: 21
Uiterlijk: Ken is half Amerikaans, half Japans. Vandaar dat hij donkere, scheefstaande ogen heeft en gitzwart steil haar. Hij is vrij lang voor een Aziaat. Hij ziet er normaal en onopvallend uit. Omdat hij slecht ziet draagt ie een bril met een zwart montuur en vierkante glazen.
Leven: Kenneth woonde met zijn vader Hiro en zijn moeder Suzan in Atlanta. Hij haalde hoge punten op de universiteit, stond bekend als de studiebol van de klas. In zijn vrije tijd deed hij vrijwilligerswerk in een dierenasiel en hij had een postwijk in het midden van de stad. Hij studeerde medicijnen op de Emory University. Omdat zijn vader Japans is, is Kenneth tweetalig opgevoed. Toen de apocalyps uitbrak was hij in het dierenasiel. Hij weet niet hoe het met zijn ouders gaat.


Naam: Claire Green
Leeftijd: 20
Uiterlijk: Claire heeft donkerbruin, dik, steil haar, het valt met wat slag over haar schouders. Ze heeft een scheve pony die half over haar rechter oog heen valt. Haar ogen hebben een groen/blauwe kleur. Ze heeft een lief gezicht. Onder haar mond, aan de rechterkant heeft ze een kleine moedervlek. Claire heeft een normale lengte en ziet er verder gezond uit. Ze draagt het liefst comfortabel zittende kleding en ballerina's. Ook vind ze verzorgde nagels heel belangrijk en lakt ze die van haar iedere week in een ander kleurtje. 
Leven: Claire heeft een oudere broer George (22) en een jongere zus Hannah (19). Haar ouders Anna en Will hebben een grote boerderij. Claire en haar broer en zus wonen in Columbia, South Carolina. Haar ouders wonen in de buurt van Atlanta. Haar ouders zijn daar namelijk heen verhuisd toen de kinderen uit huis waren. Claire werkte voor de apocalyps in een ziekenhuis als verpleegkundige. Ze was nog wel in opleiding. Toen de apocalyps uitbrak was ze met haar broer en zus onderweg naar het huis van hun ouders. Ze zijn er nooit aangekomen omdat ze vast kwamen te staan op de snelweg.


Naam: Chris Phillips
Leeftijd: 23
Uiterlijk: Chris heeft donkerblond, kort haar dat hij vaak in warrige stekels draagt. Zijn ogen hebben een lichte grijs/blauwe kleur. Hij heeft een vrij grote neus. Boven zijn linker wenkbrauw zit een litteken van een gevecht dat hij heeft gehad toen hij 14 was. Hij heeft een stoppelbaard. Chris is van normale lengte en heeft redelijk gespierde armen. Hij draagt vaak houthakkers blousejes en hemden, spijkerbroeken en stevige bergschoenen. Zijn kleding zit vaak vol met auto smeervlekken.
Leven: Chris is enigst kind, zijn moeder Meredith is overleden bij zijn geboorte. Zijn vader, Jake, heeft hem hier altijd de schuld van gegeven. Zijn vader dronk veel en sloeg hem vaak. Hierdoor is Chris afstandelijk en heel erg op zichzelf geworden. Op zijn 16de is hij al uit huis gegaan. Hij begon met werken in een autoschade bedrijf. Hier verdiende hij net genoeg geld om iedere nacht in een goedkoop motel te slapen. Chris was erg goed in zijn werk en kreeg al snel promotie. Hierdoor verdiende hij meer en met het geld dat hij overhad nam hij boogschietlessen. Op het moment dat de apocalyps uitbrak was hij op de schietbaan. Hij komt uit Peachtree City, wat hij overigens een domme naam vindt.


Introductie: Fiona Miller, Mason Adkins, Penny Vasquez en Finn Cartwright

Naam: Fiona Miller
Leeftijd: 19
Uiterlijk: Fiona heeft lang, blond haar met slag dat tot over haar schouderbladen komt. Haar ogen zijn een lichte kleur blauw. Ze heeft veel tijd in de zon doorgebracht en haar huid is daardoor licht gebruind door de zon. Ze houdt erg veel van armbandjes en haar hele pols hangt daar dan ook vol mee. Ze draagt vaak shorts met tank tops en ze is een grote fan van All Stars. 
Leven: Fiona woont met haar ouders, Kathleen en Drake en haar kleine zusje Julie (6) in de buurt van Los Angeles, California. Haar ouders hadden daar een klein wegrestaurant waar Fiona veel werkte. Met z'n vieren gingen ze familie opzoeken in Doraville, dichtbij Atlanta. Toen ze daar waren aangekomen, ging alles mis. De Apocalyps barstte los en ze sloeg samen met haar ouders op de vlucht, in een gestolen auto. Na een tijdje werden ze nog eens aangevallen en haar ouders hebben dit niet overleefd. Nu is ze dus samen met haar zusje op de vlucht. Fiona wordt eigenlijk door iedereen Fio genoemd. 

Naam: Mason Adkins 
Leeftijd: 21
Uiterlijk: Mason heeft halflang rood haar en zijn gezicht zit vol sproeten. Zijn ogen zijn donkergroen en hij heeft een erg lichte huid. Over het algemeen draagt Mason simpele T-shirt waar vaak een game reference op is terug te vinden en simpele spijkerbroeken met sneakers. Zijn uiterlijk kan hem niet erg veel schelen.
Leven: Mason is als enig kind opgegroeid bij zijn alleenstaande moeder, Clarice. Zijn vader Michael is vertrokken toen hij nog maar twee was, maar Mason heeft hier nooit erg veel problemen mee gehad. Zijn moeder hield van hem en dat was genoeg voor hem. Toch is Mason niet erg goed met mensen. Hij is een gamer en de enige feestjes waar hij ooit naartoe geweest is, zijn LAN party's. Hij is dus aardig socially awkward. Mason is wel erg intelligent. Hij is een genie en ontzettend tactisch ingesteld. Hij woont in Atlanta en is momenteel nogsteeds aanwezig in de stad. 

Naam: Penny Vasquez
Leeftijd: 20
Uiterlijk: Penny komt oorspronkelijk uit Puerto Rico en ziet er dan ook erg Latijns Amerikaans uit. Ze heeft lang, gekruld donkerbruin haar en haar huid is getint. Haar ogen zijn donkerbruin en ze is erg slank. Penny zit altijd vol met sieraden. Ze houdt erg veel van ringen, kettingen en armbandjes en ze draagt vaak grote ringen in haar oren. Ze draagt vaak strakke driekwartsbroeken met shirts en hemdjes in donkere tinten. 
Leven: Penny is geboren in een circus familie in Puerto Rico. Haar hele familie zat bij het circus en het leven was voor haar dan ook erg vanzelfsprekend. Ze komt uit een grote familie. Ze heeft drie oudere broers en ook drie jongere zussen. Na een tijdje kwamen ze erachter dat Penny erg goed was in mikken, en ze vervulde na een tijdje dan ook de rol van messenwerper in het circus. Het circusleven was echter toch niet gemakkelijk. Haar familie was erg arm en toen Penny 16 was, besloot ze te vertrekken naar het rijke Amerika om een toekomst voor zichzelf op te bouwen. In eerste instantie wilde ze studeren, maar doordat ze nooit een goede opleiding had gehad, kwam ze in geen enkele universiteit terecht. Na veel zoeken en proberen, kreeg ze een baan als kok bij een restaurant in de buurt van Atlanta. 

Naam: Finn Cartwright
Leeftijd: 24
Uiterlijk: Finn heeft kort, zandkleurig haar, dat aan de achterkant een beetje opgeschoren is. Zijn ogen zijn lichtbruin en hij heeft redelijk lange wimpers. Hij draagt veel spijkerbroeken en van die hemdjes waarbij je goed kunt zien dat hij redelijk wat spieren heeft. Bovendien heeft hij een tattoo van merel op zijn schouder. Hij heeft ook een ringetje in zijn rechteroor. 
Leven: Finn heeft tot zijn twintigste in Londen gewoond, waar hij woonde met zijn ouders en zijn zus, Ava. Ava is twee jaar jonger dan Finn en toen ze achttien werd en klaar was met school, besloten Finn en zij om samen een jaar door Amerika te gaan reizen. In Amerika aangekomen, huurden ze samen een auto en gingen ze op reis. In Atlanta aangekomen, raakten ze bevriend met een jongen, Anthony Lewis, en ze bleven een tijdje in Atlanta. Anthony was duidelijk erg geïnteresseerd in Ava, maar die had geen interesse. Op een avond kwam Finn terug in de hotelkamer, waar hij Ava op zou ontmoeten om hun reis te vervolgen, maar hij vond haar daar in een plas bloed. Het mes waar ze zes keer mee in haar buik was gestoten, lag naast haar op de grond. De politie vond hem met bebloede handen, naast het lichaam van zijn zus, met het moordwapen in zijn hand. Finn werd opgepakt en veroordeeld voor de dood van zijn zus, terwijl de echte dader Anthony was. Anthony's vader was echter advocaat en zijn alibi was door zijn familie ontzettend sterk gemaakt. Finn zit nu al drie jaar in de gevangenis van Atlanta.